Goede nacht!

Leestijd ongeveer 4 minuten.

Drie Schelpen

Geïnteresseerd in de roman 'Drie Schelpen'? Meld je hier aan voor de nieuwsbrief!


Lees je liever vanaf papier, klik dan hier.


29 - Vier schelpen

Na de kentering volgt eb of vloed, getijden wisselen elkaar af met strikte regelmaat. De ommekeer is een pauze, het miljarden jaren oude ritme stokt kortstondig. Het opkomende water bedekt het strand met zeewier, schelpen, dode kwallen en afval.

Bart glimlacht en bewondert Ineke, Jeta en Jeanine. De laatste zit verderop met Sem en Jetë op een kleed onder een parasol. Hij smoest foto’s te gaan maken om op de vloedlijn het meisje dat haar moeder verloor tijdens haar geboorte en het jongetje Sem, met een biologische vader die hij misschien nooit zal kennen, te aanschouwen. Middelpunt op het kleed is zijn donna, Sem’s mama en Jetë’s adoptiemoeder. Hij knippert met zijn ogen en neemt Ineke en Jeta waar, achter het kleed gevleid op Jeta’s uitgespreide rode hoofddoek. Bart huilt en lacht tegelijk. Zijn allerliefsten bij elkaar. Vanuit de verte naderen zijn dochters met de bestelde ijsjes. De zussen op een rij, druk in gesprek over … iets.

Ineke en Jeta fluisteren onhoorbaar, ze wijzen naar Jeanine, Sem en Jetë. Ze zijn er wel, ze zijn er niet. Ze zijn er altijd, hun foto’s hangen overal in huis. Het is alsof ze beste vriendinnen zijn.

Jetë kijkt om alsof ze haar moeder’s aan­wezigheid voelt. De vier dochters delen de koude snacks uit en vallen in het zand naast het drietal op het kleed. “Waar is Pa?” Maartje wijst naar de zee. Ineke kijkt vol trots naar haar prachtige meiden. Jeta stoot haar aan, het lijkt erop alsof ze iets zegt over de groep mensen die hier bij elkaar zit. Sem geniet van alle knuffels. Zijn zusje hobbelt achter hem aan, wat nog niet meevalt in het mulle zand met een raketijsje in je hand. Jeanine laat het gebeuren. Sem loopt terug en pakt het meisje op, zo sterk is hij al. De zussen ontfermen zich over het grut.

Jeanine loopt naar Bart en duwt hem omver, lachend: “Dit is teveel voor je, hè, ouwe?” Zij strijkt door zijn haar, dat nu vol zand zit.

“Ineke en Jeta zijn er ook.”

Meteen is ze serieus. “Waar zie je ze? Achter het kleed? Zitten ze daar samen?” Jeanine begrijpt het.

“Ja, ze wijzen naar iedereen, alsof niemand ze ziet en bespreken alles wat ze zien. Ze bewonderen hun dochters, ze lachen als Sem Jetë optilt en naar de meiden brengt.”

Jeanine kijkt Bart aan. Ze ziet niet wat hij ziet, het klinkt in ieder geval fijn. “Zien ze … mij … ook?”.

“Ja, zeker, en maak je geen zorgen, beiden vinden dat prima. Ineke en ik spraken af niet alleen te blijven. Misschien kijken mannen eerder rond, in mijn geval, ...”

“Bart, deze vrouwen zorgden ervoor dat ik nu bij jou ben, zij waren wie ze wilden zijn en deden wat ze wilden doen. Zij leefden met jou, en stierven … uhm … ook met jou. Een beetje. Je begrijpt me wel.”

Het liefste dat Bart ooit hoorde. Hij valt stil.

“Wat is er schat?”, vraagt ze.

Met dikke stem vervolgde hij: “Het is ongelooflijk. Ineke, Jeta, jij. Waarom? Waarom met mij?”

“Haha, vissen naar complimentjes vriend? Daar trap ik niet in!” Ze knuffelt de man die ze zo bemint dat haar vriendinnen het niet kunnen geloven.

Hij laat zich meeslepen door het geluk dat de situatie op het strand uitstraalt. Ineke en Jeta vervagen in de trillende warme lucht die opstijgt uit het strand.

Straks gaan ze gezamenlijk eten in het restaurant bij de camping. Het weer is prachtig, buiten staat een grote tafel klaar en Bart sprak met de kok af dat hij allemaal lekkere hapjes zou serveren. Op de plek waar lucht, zee en land samensmelten beëindigt de kwijnende zon een broeierige dag. Hij geniet van het kabbelende water in de Westerschelde, het nog warme zand en de herinneringen aan vier meisjes die krabbetjes zoeken bij de strand­hoofden. Hoe heerlijk waren die zorgeloze jaren. Nog geen ziekte of dood die dat geluk ontregelden.

Sem wil natuurlijk op het spring­kussen dat het restaurant in de zomermaanden naast het terras plaatst. Jetë zou uiteindelijk moe in iemands armen belanden. Bart overhandigt Jeta’s shawl aan Maartje, de stof die haar moeder’s geur bevat en Jetë kalmeert. Als het even kon zorgt Bart ervoor dat ze in een draagzak zit die hij op zijn borst houd. Een kussentje maakt dat ze lekker ligt. Het sterke meisje slaapt overal doorheen. Ze lijkt op haar moeder.

Jeanine slaat het tafereel met liefde gade. Bart is een opgave en een zegen tegelijk. Ineke en Jeta, de belangrijkste vrouwen in zijn leven, met wie zij die rol deelt, naast al zijn dochters: Kim, Anneke, Ayla, Maartje en Jetë. Hij sloot Sem in zijn hart en voor hem is Bart zijn vader. Ze kruipt tegen hem aan en is gelukkig.

Voor Jeanine rusten drie schelpen, bruin als nat strand.
Ze pakt een vaalwitte, broos geschuurd door ‘t zand.
Vier schelpen verenigd, huizen in haar hand.